Fijn dat de circulaire gedachte gemeengoed is bij het ontwikkelen van ongebruikte reststromen tot grondstoffen voor diervoeder. Die conclusie trekt de Circular Feed association (CFa) uit resultaten van het project ‘Voedsel- en voederveiligheid en valorisatie van nieuwe en wettelijk beperkte reststromen voor diervoeding’. “Mooi om die ontwikkeling te zien”, zegt CFa-voorzitter Ard van Houte.
Bij voedingsmiddelenbedrijven is voor co-producten de bestemming diervoeder al vanzelfsprekend. Het is ‘win-win’ voor beide kanten, als het gaat om verdere verduurzaming en de rentabiliteit. Dit kan voor meer potentiële grondstoffen het geval zijn, zoals het PPS-project liet zien. Op 15 november werden de resultaten gepresenteerd in een symposium.
Resultaten project
In het project was veel aandacht voor de kwaliteitseisen, constateert de CFa tevreden. Bij die eisen draait het onder meer om voederwaarde en borging van de voedselveiligheid. Bij genoemd publiek-privaat-project zijn diverse reststromen beoordeeld op geschiktheid voor de bestemming diervoeder. Daarbij is de potentie beoordeeld, randvoorwaarden en criteria voor veilig gebruik en wettelijke vereisten. Sinds enkele grote uitbraken van dierziekten met een oorsprong in diervoedergrondstoffen (MKZ en BSE) zijn die eisen flink aangescherpt.
Jarenlange ervaring
CFa-leden zijn producenten en distributeurs van vochtrijke diervoeders. Voedingsmiddelenbedrijven hebben al jarenlang ervaring met de borging van kwaliteit en veiligheid; dat is geheel in lijn met hun productieproces, waar co-producten ontstaan zoals aardappelproducten, tarwegistconcentraten, perspulp, tarwezetmeel, bierbostel, maisglutenvoer en kaaswei.